zaterdag 27 mei 2017

Creativiteit

Iemand vroeg me hoe het komt dat ik zulke creatieve kinderen heb.

Daar heb ik best lang over nagedacht. Vooral wanneer ik bij mijn kleinzoon ben. Wat doe ik dan.. wat gebeurt er, doe ik wel iets, of doe ik vooral niet teveel?
Er schoten me twee voorvallen te binnen.


Het eerste vond plaats toen ik in een nieuwetijdswinkel werkte. Er kwam een oma met een kleindochter binnen. Ik hoorde de oma zeggen: “jij mag kiezen lieverd, kies maar de droomvanger die jij mooi vindt”. Het meisje wist precies wat ze mooi vond en wees er één aan, onmiddellijk en zonder twijfel, “die wil ik”. Maar toen begon het. De oma praatte vervolgens op het meisje in. “Ja, maar die past niet zo goed in je kamer, die heeft een heel andere kleur dan je gordijnen, ik vind die andere mooier, waarom neem je die niet…”. Wel tien minuten lang. Ik deed nog een poging het meisje te steunen in haar eigen primaire voorkeur (die nooit logisch, of slim hoeft te zijn), maar het meisje ging de winkel uit met de dromenvanger die haar oma het beste vond. Ze keek een beetje bedroefd en probeerde toch blij te doen. Oma had haar immers “zelf” laten kiezen en ze had een cadeau gekregen. Maar was het wel een cadeau?

Het andere voorval was voor de deur van een HEMA waar ik koffie wilde drinken. Voor de deur stond een enorm grote hijskraan. Er werd iets aan het dak gedaan of aan de schoorsteen ofzo, dat weet ik niet meer. Wat me opviel was een heel klein jongetje, aan de hand van een haastige moeder. De moeder wilde door… (daar had ze vast een goede reden voor, want moeders moeten de boel draaiende houden), maar het jongetje wilde kijken. Hij kon net praten en stond verbijsterd en geïntrigeerd naar de hijskraan te kijken. “ Ik wil kijken”, zei hij. “Nee, nu niet, we moeten verder” zei de moeder en trok hem aan zijn handje mee. “Maar ik wil kijken”. “ doe nou niet zo lastig, hup”. “Maar ik wil kijken”. “En nu mee komen”, zei de moeder. “Maar ik wil kij-hij-ken”, huilde het jongetje. “Jeetje, wat ben jij toch weer vervelend” mopperde de moeder. Ze trok hem mee en het jongetje hobbelde gedwongen maar huilend mee. Ik stond daarnaar te kijken met tranen in mijn ogen. Dat jongetje wilde gewoon kijken naar iets dat hem mateloos boeide. Maar het kwam niet uit, het kreeg geen aandacht, het paste niet in het plan.

Ik geloof niet dat mijn kinderen creatief zijn door mij. Ze zijn creatief van zichzelf. Het is mijn taak om te kijken en te luisteren en zoveel mogelijk te volgen. Ik kijk naar hun interesses. Ik luister naar hun waarnemingen, opmerkingen, plannen, vragen. En ik probeer te volgen. Het gaat om beschikbaar zijn voor hun creatieve zoektocht. En dat is soms heel lastig als je ook het praktische leven moet regelen.

Onze oudste was helemaal gefocust op computers. Hij wilde dingen maken en daar had hij een duurdere computer voor nodig. Die kochten we zodra het kon, ook al was hij nog best jong voor zo´n duur ding. Hij kon moeilijk leren, maar hij wilde naar een media college. Ik heb man en macht bewogen om er achter te komen of hij een overstap kon maken vanaf een technische school met een laag niveau. Niemand wist het, daarom lieten ze het maar toe. We probeerden hem te volgen. Hem zijn muziek laten vinden (hij was een tijdje dj), zijn beelden te bekijken, zijn zoektocht waar het kon te volgen. Nu maakt hij prachtige verhalende films, poëtische beelden, versnelt en in slow motion, met schitterende muziek. Heel ontroerende mediakunst vind ik dat.

Onze middelste was van de poppen, de kleding, de popconcerten, verkleedpartijen, zingen, dansen, theater. We reden hem jaar in jaar uit naar een jeugdtheaterschool. Ik liet hem best jong naar concerten gaan (of ik ging mee), we lieten hem in vreemde uitdossingen rondlopen en naar school gaan. Hij begon aan dingen, stopte weer, zocht zijn weg. Met vallen en opstaan, soms lag ik wakker van zijn omzwervingen. Maar ik had toch vertrouwen in zijn creatieve zoektocht. En nu werkt hij achter de schermen in de tv wereld. Hij doet precies wat hem fascineert. Hij is zichzelf nog aan het uitvinden. (dat houdt volgens mij nooit op.) 

Onze jongste tekende eindeloos, en daarna wilde hij fotograferen. Hij maakte ook stop-motion filmpjes. Mensen om ons heen vonden het belachelijk dat we hem een duur fototoestel gaven. “Daar is hij toch nog veel te klein voor”, zeiden ze. Maar ik geloof erin dat je kinderen best serieus kunt nemen in hun kijk op het leven, hij smaak, hun fascinatie´s en interesses. En dat je ze niet moet afschepen met hopeloos materiaal. Nu bouwt onze jongste mee aan animatie´s en interactieve onderdelen voor musea van over de hele wereld. Hij fotografeert nog steeds… zonsondergang en het donker vindt hij het mooiste. We weten nog niet waarom… en wat daaruit voort gaan vloeien.

Mijn kinderen zijn dus niet creatief door mij, maar meer ondanks mij. In de zin van dat het mijn taak is om niet in de weg te zitten. Op praktisch gebied is het voor kinderen heel fijn om duidelijke grenzen en structuur te krijgen (daar was ik niet altijd even goed in, helaas). Maar op creatief gebied (binnen het veilige kader) hebben ze een enorme vrijheid nodig. Dus wat ik steeds probeer is, kijken… luisteren… meebewegen met hun interesses, zien wat ze maken, aanmoedigen, hier en daar wat materiaal aanleveren of een richting aanwijzen. En ze verder heel vrij laten in hun zoektocht.

Ik heb het echt niet allemaal zo goed gedaan. Ze zijn creatief, omdat we allemaal creatief geboren worden, ik probeer vooral ruimte te geven. Zoals ik ruimte kreeg van mijn creatieve ouders. Ik mocht vooral heel veel uitproberen en ik mocht veel beleven. En nu zie ik mijn mini-kleinzoon dezelfde reis afleggen.



Als je een kunstenaar wilt worden, en je hebt niet zulke ouders gehad.. dan moet je een kunstenaarsouder worden voor jezelf.

Je moet je voorkeuren serieus nemen. Je fascinaties onderzoeken en volgen. Meebewegen. Jezelf goed materiaal gunnen. Veel experimenteren. Dingen proberen en ook weer los mogen laten. Proberen, proberen, proberen. Vallen, opstaan, vies worden, dingen verknallen…. Vertrouwen op de creativiteit waaruit je bent voortgekomen, waarvan je bent doordrenkt, die ieder moment beschikbaar is in en om je heen.

En op praktisch gebied een beetje gestructureerd zijn voor jezelf. 

Een beetje saai en regelmatig en gewoon zijn in je dagelijks leven, zodat je origineel, wild en woest kunt zijn in je kunst.

Lang leve de creativiteit van het lieve leven.