Kleur
Kleuren zijn overal om ons heen
Ze wekken iets op, soms zijn ze verbonden
aan herinneringen
We zien ze niet voor niets
Kleuren zijn overal om ons heen
In periodes kun je een enorme behoefte
hebben aan een kleur
Ze horen ook bij seizoenen, ze hebben
allerlei betekenissen
Kleuren zijn overal om ons heen
Ze wekken iets op, soms zijn ze verbonden
aan herinneringen
Schrijf over een kleur.
Noteer een kleur. Noteer de eerste kleur die in je opkomt. Misschien komt er nu al direct een kleur in je op. Dan schrijf je over een herinnering aan die kleur. Soms komen er meerdere herinneringen. Dat is ook helemaal goed. Maar vlieg er niet te snel langs. Beschrijf de eerste de beste herinnering aan die kleur gedetailleerd uit. Daarna kan er nog een andere komen.
Wonder
Alles wat je niet kunt bedenken en dat toch
gebeurt. Meer dan je had durven dromen, liever dan je verlangen kon, mooier dan
je ooit zag, kleiner dan je voor mogelijk hield, liefdevoller dan wat jij dacht
dat liefde was. In de Engelse taal gebruik je het woord wonder vooral voor je
verwondering. Je kunt in het Engels zeggen “I Wonder…” , ik vraag me af. Het is
dan een soort open benieuwde houding. Daar is het meer een werkwoord. Je
verwonderen, je iets afvragen, je verbazen, nieuwsgierig zijn. In onze taal is
het, dat wonderbaarlijke dat is gebeurt. Het mirakel, het ongelooflijke. Dan
ligt het meer buiten je, is het meer iets dat je overkomt. In het Engels is het
vooral iets wat je zelf doet. Zo mooi hoe taal ook iets zegt over de cultuur
waarin ze gesproken wordt. Misschien mag het woord wonder voor jou beide zijn.
Het mooie dat gebeurt en het verwonderen dat je doet. Schrijfster SARK begint
de dag vaak met een favoriete zin: “wonder vind mij”. Ze zegt dat alles wat jij
zoekt, ook jouw zoekt. Het helpt wanneer je dat wat jou zoekt, uitnodigt, je te
vinden.
Zet je pen op papier.
Begin met “wonder vind mij…..” en schrijf op
wat jij zoekt, en dat jou dus ook zoekt. Laat je vinden. 10 minuten.
Een gemoed cirkel
Teken een cirkel
op je papier. Dat hoeft helemaal niet perfect te zijn, uit de losse pols, of je
omcirkelt een schoteltje. Doe het met wat je nu voorhanden hebt.
Dan ga je de
cirkel vullen met hoe je gemoed nu aanvoelt. Je gemoed is zeg maar “je
achtergrond stemming”. Het zijn niet alle details, je gedachten, je zorgen of
innerlijke verhalen. Het is een grondtoon, een basiskleur, hoe je gemoed nu
aanvoelt. Misschien is tekenen geen goed woord omdat je dan direct denkt aan de
details. Vul je cirkel met kleur, vorm, lijn, beweging, de druk of lichtheid
van je hand. Het gaat om een soort innerlijk weerbericht. De details van hoe je
je voelt, daar kun je later over schrijven.
Vul je cirkel met de kleuren, lijnen en beweging van je gemoed. Je hoeft
niet eerst iets te bedenken. Je begint te bewegen met een kleur (potlood,
krijt, of zelfs aquarelverf) en er ontstaat iets. Ga zo een minuutje door.
Dan zet je je pen
op papier en begin je te beschrijven van je voelt, ervaart, opmerkt. Begin
bijvoorbeeld met: ik voel me…. En ontdek al schrijvend wat je in je gemoed
opmerkt. Je gemoed is als de zee, het is een geheel, het beweegt rustig of
wild. Het is kalm of woest of in beweging. De details, dat is het
gedetailleerde leven in de zee, gevoelens die je kunt onderzoeken. Daar kun je
over schrijven. Je tekent dus je gemoed (de zee) en je beschrijft, het zeeleven
(je gevoelens).